Logo Bijbelvers.net

1 Samuël 26:25



Statenvertaling
Toen zeide Saul tot David: Gezegend zijt gij, mijn zoon David; gij zult het ja gewisselijk doen, en gij zult ook gewisselijk de overhand hebben. Toen ging David op zijn weg, en Saul keerde weder naar zijn plaats.

Herziene Statenvertaling*
Toen zei Saul tegen David: Gezegend ben je, mijn zoon David; wat je ook doet, je zult ertoe in staat zijn. Toen ging David zijns weegs, en Saul keerde terug naar zijn woonplaats.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Saul zeide tot David: Gezegend zijt gij, mijn zoon David. Wat gij ook doet, gij zult zeker slagen. Toen ging David zijns weegs, en Saul keerde terug naar zijn plaats.

King James Version + Strongnumbers
Then Saul H7586 said H559 to H413 David, H1732 Blessed H1288 be thou, H859 my son H1121 David: H1732 thou shalt both H1571 do great H6213 - H6213 things, and also H1571 shalt still prevail. H3201 - H3201 So David H1732 went H1980 on his way, H1870 and Saul H7586 returned H7725 to his place. H4725

Updated King James Version
Then Saul said to David, Blessed be you, my son David: you shall both do great things, and also shall still prevail. So David went on his way, and Saul returned to his place.

Gerelateerde verzen
Hoséa 12:4 | Numeri 24:9 - Numeri 24:10 | Romeinen 8:37 | Spreuken 26:25 | Genesis 32:28 | 1 Samuël 24:22 | 1 Samuël 24:19 | Romeinen 8:35 | Jesaja 54:17